
Support The Black Archives door een totebag of pin bij je boek te bestellen!
Nadat Groot-Brittannië, in 1833, en Frankrijk, in 1848, de slavernij afschaften, volgde op 1 juli 1863 Nederland. Op dat moment maakte Nederland al meer dan drie eeuwen onderdeel uit van het trans-Atlantische slavernijsysteem.
Dit onderzoeksrapport is het resultaat van een systematische analyse van het parlementair debat in Nederland in 1862 over de afschaffing van de slavernij; het geeft inzicht in het proces, het debat en de besluitvorming in Nederland met betrekking tot de afschaffing van de slavernij.
De regering presenteerde het project voor de afschaffing van de slavernij destijds als een pakket met vier componenten: 1) opheffing der slavernij, 2) schadeloosstelling aan slavenhouders, 3) staatstoezicht gedurende tien jaar voor Suriname en 4) immigratie van arbeiders gedurende tien jaar naar Suriname.
De regering liet niet na de parlementsleden er tijdens het debat continu aan te herinneren dat ze het ontwerp zou intrekken als een meerderheid tegen het voorstel of tegen één van de componenten stemde. Het was immers één pakket. Ondanks deze vorm van intimidatie was er consensus in het parlement over één ding: de slavernij moest worden afgeschaft. Het was een schandelijk systeem en een smet, vloek en kanker voor Nederland en zijn eer. Dat neemt niet weg dat een groot deel van de parlementsleden weliswaar vond dat de slaaf-gemaakten zo snel mogelijk hun vrijheid moesten krijgen, maar dat dit niet ten koste mocht gaan van de 'slaven'houders en ook niet ten koste van het voortbestaan van Suriname als landbouwkolonie.
Wij leven nog steeds met de erfenis en consequenties van de besluiten die door het parlement in juli 1862 werden genomen. Als de parlementsleden destijds tot een ander besluit waren gekomen, en die mogelijkheid was er, had de erfenis van de Nederlandse slavernij er anders uit gezien.